Dat de gevolgen van aardbevingen catastrofaal kunnen zijn, is algemeen bekend. Voorbeelden van catastrofale gebeurtenissen die direct of indirect verband had met de aardbevingen zijn: De Assam – Tibet beving, een aardschok die plaats vond op 15 augustus
1950, met in totaal 1526 doden. De schok had een kracht van 8.6 op de schaal van Richter. Of een aardbeving in Indonesië, met een kracht van 9.1 op de schaal van Richter. Hierbij kwamen, naar schatting, 230 duizend mensen om het leven
en vond plaats in 2004. Op 22 mei 1960 werd de zwaarste aardbeving aller tijden gemeten, op Chili. Een monsterbeving met een kracht van 9.5 op de schaal van Richter, ter vergelijking de zwaarste Nederlandse aardbeving was een beving
met een kracht van 5.8 op de schaal van Richter. Bij de monsterbeving kwamen een onbekend aantal mensen om het leven, maar de schatting variëren tussen 2231 en 6000 doden (alletop10lijstjes.nl, 2019).
Een overeenkomst tussen deze bevingen is dat ze allemaal in steden hebben plaats gevonden. Een opmerkelijk verband tussen de zwaarste beving, 9.5 op de schaal van Richter, en een lichtere beving met een kracht van 9.1 op de schaal van Richter, is het
grote verschil in doden. Zo heeft de zwaarste aardbeving maar een fractie van de doden, geschat wordt rond de 3 duizend doden (dutchmultimedia.nl, 2016),
en heeft de iets lichtere aardbeving in Indonesië meer dan 230 duizend doden veroorzaakt. Een verklaring voor dit grote verschil in dodelijke slachtoffers kan liggen aan de dichtheid van de stad, Indonesië staat bekend om zijn dichtbevolkte
steden (landenspecials.nl, sd), dus zouden we kunnen stellen dat de dichtheid van de stad invloed heeft op hoe hoog het slachtoffer gehalte is.
Verder is het mogelijk van belang hoe de steden zijn gebouwd, zo zijn de huizen in Indonesië opgetrokken uit natuurlijke producten, die hierdoor een minder sterkte fundering vormen dan sterkere huizen in Chili. Zo bestaat het traditionele huis in Indonesië
uit een fundering van houtenpalen, versterkt met horizontaal geplaatste balken. Het huis zelf bestaat uit pekkikhout, de huizen zijn 18 meter lang en bij de constructie worden voornamelijk touw en houtenpennen gebruikt om de verschillende
huisdelen bij elkaar te houden. In een huis wonen gemiddeld 4 gezinnen (indonesie.nl, 2001), die gemiddeld bestaan 4 tot
7 mensen (inclusief ouders) (statista.com, 2022). Deze cijfers kunnen afwijken van de werkelijkheid doordat Indonesië een andere cultuur heeft,
waarbij het relatief normaal is dat één man meerdere vrouwen heeft, en hierdoor dus ook bij meerdere vrouwen kinderen kan krijgen. Toch uitgaand van 7 mensen per gezin. Zou er dus, puur statistisch gekeken ongeveer 28 mensen per huis
wonen. Vergelijken met een Nederlands huishouden dat bestaat uit 2,13 mensen (cbs.nl, 2022), is dat een groot verschil. Een andere factor op
de mogelijke risico’s is dus het aantal inwoners van een huis of gebouw. Aangezien er dan meer mogelijke slachtoffers zijn per gebouw.
Video 1
De gevaren van extreme aardbevingen (onmogelijk scenario)